|
Algemeen
Inhoud
In dit college wordt dit jaar kennis gemaakt met het Neolatijn, in het bijzonder het humanistisch Latijn. De nadruk zal liggen op de lectuur van enkele hoogtepunten van de Neolatijnse literatuur. Aan de hand hiervan zal de taal- en letterkunde van het Neolatijn besproken worden.
Algemene secundaire literatuur (kopieën te vinden in kast tegenover het secretariaat)
De volgende werken moeten door de student gelezen worden:
- Walter Ludwig, 'Die neuzeitliche lateinische Literatur seit der Renaissance', in: F. Graf (ed.), Einleitung in die lateinische Philologie, Stuttgart, Leipzig 1997, 323-356.
- Marc van der Poel, 'De verjonging van het Latijn door de Renaissance-humanisten', in: N. van der Sijs (ed.), Taaltrots. Purisme in een veertigtal talen, Amsterdam, Antwerpen, 1999, 173-180. Klik hier voor de volledige tekst van dit artikel.
- Marc van der Poel, 'Imitatio in het Latijnse humanistenproza', in: Caroline van Eck, Marijke Spies, Toos Streng (ed.), Een kwestie van stijl, Amsterdam 1997, 65-77.
- Michael D. Reeve, 'Classical scholarship', in: J. Kraye (ed.), The Cambridge Companion to Renaissance Humanism, Cambridge UP, 1996, 20-44.
- Terence Tunberg, 'Humanistic Latin', in: F. A. C. Mantello and A. G. Rigg (eds.), Medieval Latin: An Introduction and Bibliographical Guide, Washington, 1996, 130-136.
- A.G. Rigg e.a., 'Medieval Latin Philology', in: F. A. C. Mantello and A. G. Rigg (eds.), Medieval Latin: An Introduction and Bibliographical Guide, Washington, 1996, 71-105.
Pensum
Iedere deelnemer kiest zijn eigen pensum, bestaande uit Neolatijnse teksten. Dit pensum moet het equivalent van 70 pagina's OCT vormen (1 p. OCT = 220 woorden / 30 versregels). 10 pagina's primaire literatuur kunnen vervangen worden door relevante secundaire literatuur (5 p. per uur). Het pensum moet ter goedkeuring aan de docent voorgelegd worden.
Toetsing
Het tentamen zal schriftelijk afgenomen worden. De stof bestaat uit de voor college voorbereide teksten, de in college behandelde teksten, de secundaire literatuur en het pensum.
Planning per week
Week 1: inleiding
Voorbereiding: geen
In college: Inleiding op Neolatijn en start lectuur van Petrarca
Week 2: Italiaans Neolatijn: proza (1)
Voorbereiding:
Primair: Petrarca, Epistolae Familiares IV.1.3 t/m 17 (ed. Rossi; 4 p.). Klik hier voor een tekst.
Secundair: Jill Robbins, 'Petrarch Reading Augustine: "The Ascent of Mont Ventoux"', in: Philological Quarterly 64-4 (1985), 533-553.
Klik hier voor een online versie van het artikel (klik in de pagina die verschijnt op 'go').
Week 3: Italiaans Neolatijn: proza (2)
Voorbereiding:
Primair: Petrarca, Epistolae Familiares IV.1.18 t/m 36 (ed. Rossi; 4 p.). Klik hier voor een tekst.
Secundair: zie week 2.
Week 4: Italiaans Neolatijn: poëzie
Voorbereiding:
Primair:Giovanni Gioviano Pontano, Hendecasyllabi I.4, I.7, I.21, II.5, II.8 (ed. Dennis; 90 vv.). Klik hier voor een tekst (ga naar 'autori ed opere', zoek op Pontano (ongeveer halverwege de pagina) en klik op 'hendecasyllabi').
Secundair: Niets.
Week 5: Neolatijn in de Nederlanden: proza
Voorbereiding:
Primair: Erasmus, Moriae encomium / Laus stultitiae 54 Ad horum felicitatem ... offam obieceris (ASD 4-3, 158.524-162.586; 3 p.). Klik hier voor een tekst.
Secundair: Clarence H. Miller, 'introduction' op Erasmus, Moriae Encomium, vol. 4-3 van Opera Omnia Desiderii Erasmi Roterodami (Amsterdam: North Holland Publishing, 1979), 13-33.
Week 6: Neolatijn in de Nederlanden: poëzie
Voorbereiding:
Primair: Janus Secundus, Basia 1, 3, 5 en 9 (ed. 1541; 89 vv.). Klik hier voor een tekst.
Secundair: D. Price, 'The Poetics of License in Janus Secundus's Basia', in: The Sixteenth Century Journal 23-2 (1992), 289-301. Klik hier voor een online versie van het artikel (klik in de pagina die verschijnt op 'go').
Week 7: Recent Neolatijn
Voorbereiding:
Primair: C. Arrius Nurus, Vallum Berolinense, 165-169 -...simulasse constat. (ed. Pegasus Claudus; 4 p.).
Secundair: Dirk Sacré, 'Schnur's Latin Poetry: an introduction', in: G. Tournoy en D. Sacré (eds.), Pegasus Devocatus. Studia in Honorem C. Arri Nuri sive Harry C. Schnur, Leuven, 1992.
|